peterschooneveldt | portrait painter

Send e-mail mail_outline Hagepreek 

Hagepreek door Peter Schooneveldt.                                                                               12 april 2017

Twee weken geleden heb ik de haag gesnoeid. De haag vormt de afscheiding tussen mijn tuin en het gemeenteplantsoen en is destijds ook aangeplant door de hoveniers van de gemeente. Bij deze instantie staat de aanplant beter bekend als privacy-border. Het betreft een Mahónia aquifólium. Bloeit fel geel in het voorjaar, het blad lijkt wel een beetje op dat van hulst. Snoeien na de bloei. Ik doe dit ieder jaar, alleen vorig jaar ontbrak mij tijd en zin met als resultaat dat de haag flink was uitgeschoten. De inmiddels dik geworden takken moesten nu één voor één met het edele handwerk van de snoeischaar worden ingekort. Een heggenschaar was geen optie meer. Monnikenwerk. Ik troostte mij met de gedachte dat je daar niet altijd slechter van wordt.
Ik ben hier al die jaren goed mee weggekomen -het is tenslotte niet mijn haag- maar dit jaar kwam mijn voortvarendheid op kritiek te staan van twee natuurminnende en milieubewuste dames van een zekere leeftijd in gezelschap van elkaar en twee honden. Kleine, keffende honden die- aldus één van de dames- vanuit milieu optiek bekeken slechts een kleine footprint hebben... Laagcalorische brokken, vegetarisch vermoedde ik, aannemende dat het hier ging om consumptie en mestproductie.
’Zonde van die mooie bloemen, u knipt ze al vóór de bloei af, ik geniet er altijd zo van als ik langs uw tuin loop. Ze komen ook zo mooi uit in deze ecologische omgeving’.
Nu kunnen smaken verschillen. De Mahónia bloeit uitbundig geel op oude takken met bruin verdroogd blad waar gedurende de winter de vorst in is getreden. Ik moest mijn woorden zorgvuldig kiezen. Omzichtig legde ik uit dat de sierwaarde van deze struik toch vooral ligt in de compacte vorm en het glanzende donkergroene blad in de zomer, waarmee ook enige structuur ontstaat in deze verder zo ecologische omgeving.
Tot mijn opluchting leidde dit bij de dames toch tot enig begrip. Eén van hen complimenteerde mij zelfs met de keuze van de bomen aan de rand van mijn tuin. ‘Die prachtige berk met die mooie witte stam (Bétula jacquemóntii) en die lichtgroene boom die in het voorjaar zo mooi afsteekt tegen die donkerrode (Acer platanoídes ‘Drummondii’ versus Acer platanoídes ‘Faassen’s Black’  voor wie het weten wil). Ik moet er altijd even naar kijken als ik hier langs loop.’
Als ik de dames vertel dat ik deze bomen dertig jaar geleden zelf geplant heb en zo af en toe ook een paar takken weghaal lijkt mijn zaak gewonnen en ga ik vrijuit.
Het gezegde ‘Boompje groot, plantertje dood’ gaat hier niet op, voeg ik er nog jongensachtig aan toe (al vermoed ik dat ik deze bomen op de lange duur niet zal overleven).
‘Neem wat bloeiende takken mee voor in de vaas’, opper ik nog naar één van de dames, waarna ze mij vriendelijk bedankt voor het aanbod maar het toch afslaat. Ze had dat stiekem al eens gedaan maar ze deden het niet zo goed op de vaas. Gisteren liep ik nog even langs de haag en zag dat hij toch nog redelijk bloeide op de ingekorte takken. Het deed me goed. Goede kans dat de dames mij mijn barbaarsheid zullen vergeven.

Send e-mail



* Input required
Website by Tomston