peterschooneveldt | portrait painter

Send e-mail mail_outline Een vlucht aalscholvers 

Een vlucht aalscholvers door Peter Schooneveldt.                                                                                  3 mei 2017

Het grootzeil staat, ik sta even uit te puffen. Ik hijs de gaffel nog één klikje hoger voor een aandewindse koers. Daarna vergrendel ik de lier en loop terug naar de kuip. De beurt is nu aan Charlotte, zij zal de fok hijsen. Het grootzijl klappert als een vlag in de wind. Ik laat het schip een beetje afvallen om het zeil een lichte bolling te geven. Als Charlotte het signaal geeft dat de fok staat, haal ik de schoot aan, beleg hem op de lier en laat het schip verder afvallen. Langzaam begint de ‘WildeWaard’ vaart te maken en net voordat zij haar schouder in de golven zet laat ik het stuurboord zwaard vallen. Dan gaat de motor uit en is er alleen nog het ruisen van de wind, het zacht klotsen van de zee en het verwijtend krijsen van een eenzame zilvermeeuw. We zijn onderweg.
Een half uur geleden lagen we in de sluis van Kornwerderzand. Na het schutten van zoet naar zout openden zich de sluisdeuren, eerst aarzelend, daarna langzaam krakend, als kasteeldeuren, die de toegangspoort openen naar die andere wereld. Die wereld waar andere wetten gelden, waar afstanden groter zijn, de tijd langer. Waar uren worden afgemeten in vijf zeemijlen. De wereld van de trage dynamiek, van doorleefde ervaringen en duurzame herinneringen.
Als je het over reizen hebt is alles relatief. Een vliegreis van Amsterdam naar Copenhagen duurt één uur. Vliegen geeft je de valse indruk dat de wereld klein is. Hier op zee wordt een dergelijke afstand een wereldreis van weken. Hier vind je nog een wereld om rekening mee te houden. Fascinerend mooi en verraderlijk vijandig. Er is een zekere moed voor nodig om je hier met een klein schip te wagen. Door de totale afhankelijkheid van de natuur en het weer ben je kwetsbaar. De enige manier om deze wildernis klein te krijgen is investeren in kennis, ervaring en nederigheid.
Het leven in deze unieke biotoop - er zijn er maar een paar van in de wereld - wordt bepaald door het ritme van het tij. Dat geldt voor mens en dier. Eb en vloed, de eeuwigdurende cyclus van zes uur op, zes uur af. Jij bepaalt waar je naar toe wilt, de natuur bepaalt de choreografie en het tijdstip van vertrek. Een dans met een lange adem. Zit de wind in de goede hoek? Heb ik op dat wantij voldoende water, hoeveel stroming heb ik in die geul op dat tijdstip, hoeveel zeegang kan ik in het zeegat verwachten? Hier ga je niet tegen de natuur in. Er is geen ruimte voor tegendraadsheid, je beweegt mee of je beweegt niet.
De Waddenzee is geen zee in de gangbare betekenis van het woord. In wezen is het een stuk land wat om de zoveel tijd onder water staat. De navigatie wordt gedaan middels een zeekaart (die meer weg heeft van een landkaart) en een getijdentafel. De kaart is overwegend groen ingekleurd, de kleur voor platen en zandbanken die bij laagwater droogvallen. Het land is doorploegd met een labyrint van geulen, kreken en prielen met aan de flanken de machtige zeegaten tussen de eilanden. De vaarroutes hebben namen die tot de verbeelding spreken. De Paardenhoek, het Scheurrak, het Franse gaatje, de Vlielander balg, de Dodemanshoek. Scheepspraat tussen schippers zit er vol mee. Sterke verhalen over stormen, ondieptes en navigatiefouten, meestal waargebeurd… Maar op dit moment heb ik even geen boodschap aan ondieptes op de kaart. Het is hoogwater. Ik ben een platbodem met weinig diepgang. Ik kan vrij zeilen, de zee is voor mij.
We hebben zojuist het Zuid-Oostrak achter ons gelaten, het ondiepe wantij op deze reis naar Terschelling. Het weer is mooi en knisperend fris. De waterige zon in de open lucht en de zee maken een blauwe wereld met harde schaduwen. Ik zeil hoog aan de Westenwind. Mijn schip voelt zich lekker op het zoute water. Lichtvoetig beantwoordt zij iedere vlaag met een zacht oploeven in de wind. Ik voel mee. Aan mij de taak om haar bewegingen met kleine stuurcorrecties om te zetten in snelheid. Vijfenveertig graden schijnbare wind. Ik maak een snelle berekening. Over ongeveer twee en een half uur zullen wij het Schuitengat onder het eiland invaren, er staat dan nog voldoende water op de drempel. Zelfs als de wind nog een beetje ruimt zullen alle koersen bezeild zijn.
De ebstroom begint nu goed door te zetten, zij zal mij helpen op weg naar mijn bestemming. De Noordzee zuigt, er is geen weg terug meer, we zijn een ruimteschip geworden. Alle tijd om mijn gedachten de vrije loop te laten. Maar nu heb ik even helemaal geen gedachten. De ruimte spoelt door mijn hoofd, ik leef in het moment, ik val samen met mijn omgeving.
Aan bakboord nadert een vlucht aalscholvers. Ze komen in linie recht op ons af. Hooghartig scheren ze laag over het water in hun zwarte processie, krabbend in de wind. Ze vliegen in het grondeffect, minder weerstand. Het wordt spannend, mijn schip zal een obstakel vormen in hun vlucht. Ik let op de voorste vogel, de leider van de groep. Er is aarzeling in zijn vlucht, hij moet een beslissing nemen. Vóór- of achterlangs. Hij besluit voorlangs, met de wind mee de weg van de minste weerstand, maar de verkeerde beslissing. Voor zijn soortgenoten achter hem is de ruimte te krap. Met veel krachtsinspanning en onder luid protest klapwieken de vogels midden in de groep naar voldoende hoogte om óver mijn schip te gaan. De achterste vogels kiezen er pragmatisch voor om laag te blijven en achter mijn roer langs te passeren. Als een wuivend zwart lint omzwermen ze met veel verbaal geweld het schip. Ik ben opgetogen, ik kan mijn schreeuw van opwinding nauwelijks onderdrukken. Als ze voorbij zijn rangschikken ze zich weer in hun strakke formatie en verdwijnen ze weer uit zicht. In mijn hoofd de stem van Chris Martin:

A flock of birds
Hovering above
Just a flock of birds
That’s how you think of love
And I always
Look up to the sky
Pray before the dawn
‘Cause they fly always
One minute they arrive
Next you know they’re gone
They fly on
Fly on
Fly on

Aan de horizon ontwikkelen zich boven land een paar onweersbuien, maar ik zie vooralsnog geen reden tot ongerustheid. De natuur lacht me toe. Vandaag heeft zij het beste met mij voor.

    

  

Send e-mail



* Input required
Website by Tomston