peterschooneveldt | portrait painter

Send e-mail mail_outline Innovatie 

Innovatie door Peter Schooneveldt                                                                    30 december 2018

‘Sinds wanneer houd jij je bezig met het klimaat?…
Wat volgens mij de beste innovatie van dit jaar is …Mmm, da’s een lastige.’
Kajsa neemt even de tijd om hierover na te denken. ‘Even kijken…ik denk die Qantas non-stopvlucht van Perth naar London met die nieuwe 787 Dreamliner, afgelopen voorjaar. Mijn zus woont in Australië, ik bezoek haar één keer per jaar. Maar het is altijd zo’n mijl op zeven om er te komen, tussenlanding in Hongkong of Singapore, je bent er een etmaal mee bezig. Als de KLM dat zou gaan doen, ik bedoel non-stop vliegen, ging ik misschien wel vaker.’
‘Jaja, natuurlijk…’, reageert haar gesprekspartner Stef werktuiglijk, ‘…inderdaad een geweldige innovatie, maar eh…ik weet alleen niet zeker of je daar het klimaat mee dient…als je vaker zou gaan, bedoel ik. Ikzelf zet denk ik in op de uitvinding van het begrip bio-massa…ik bedoel de papieren wijsheid waarmee je CO₂-neutraal bossen kan kappen en bomen verbranden. Het rookgordijn, de getallen… ik vind het de laatste tijd wel steeds lastiger om dat thuis nog uit te leggen.
Over dat non-stop vliegen, ik heb niet zoveel moeite met die tussenstop. Ik vind 18 uur in een vliegtuig killing, met mijn lengte. Als ik privé reis blijf ik ook meestal een dag in Singapore, even de benen strekken, sportschoenen aan, lekker rennen in de stadsparken, of gewoon op straat. Doe ik trouwens ook op dienstreis. Alleen in 'failed states' moet je dat niet doen, te gevaarlijk. Verstandiger om binnen te blijven. Maar goed, dan kan je altijd nog baantjes trekken.’
‘Baantjes trekken?’, geeuwt Kajsa.
‘In het zwembad van het hotel. In dat soort oorden ben je niet geheel en al verstoken van luxe. Prima zwembaden. Sport is nu eenmaal m’n hobby, m’n passie zelfs. Een gezonde geest in een gezond lichaam, weet je. En over luxe, de beste biefstuk die ik ooit gegeten heb was bij ‘Panache’ in Abuja, Nigeria, of all places’
Kajsa neemt hem onderzoekend op. Zijn postuur verraadt fanatisme, achter zijn diepliggende ogen sombert een onverholen cynisme. Ze reageert vertraagd.
 ‘Jaja… maar ja, ik ben wel iemand die het prettig vindt om snel ergens te zijn’.

De situatie: Een koffiepauze-gesprek tussen twee collega’s in restaurant ‘De Haagsche Kluis’ in Den Haag. De zaak is praktisch leeg. Ze zitten bij het raam achter hun cappuccino. Kajsa is goedgeluimd, Stef laat zijn afwezige blik dwalen over Het Plein, het is meer een naar binnen gekeerd staren dan kijken. Hij heeft recentelijk een akkefietje gehad in de publicitaire sfeer wat hij het liefst zo snel mogelijk wil vergeten. Lompe uitspraken, hij moest door het stof. Hij hoopt dat de rest van Nederland dat ook zal doen… vergeten. Klein lichtpuntje: het collectieve geheugen is gelukkig uiterst korte termijn, over een maand praat geen mens er meer over. Naast hen is er nog één klant in de zaak, een licht kalende, goed geklede man op leeftijd. Leesbril, vriendelijke oogopslag. Hij staat juist op en komt naar hun tafeltje toegelopen.

‘Goedemorgen. Ik ving zojuist wat flarden op van uw gesprek over innovatie en nu wil het geval dat ik op het gebied van luchtvaart de afgelopen jaren wat ervaring heb opgedaan. Zou u mij willen toestaan u te vergezellen met een kopje koffie? Ik zou het leuk vinden om met u wat van gedachten te wisselen over dit onderwerp.’
‘Maar natuurlijk’, roept Kajsa, terwijl ze opgelucht opveert van haar stoel, ze kan wel wat afleiding gebruiken in deze niet te harden lethargie. ’Kom er gezellig bij zitten.’
‘Wat aardig van u, ik zal mijn jas en tas even pakken, ik ben zo bij u terug.’
‘Moet dat nou?’ gebaart Stef met de mimiek van buikkramp.
‘Kom op, Stef, relax eens een beetje, het is net Kerst geweest en het is voor jou ook wel eens goed om onder de mensen te komen… het gewone volk, zal ik maar zeggen, mensen van buiten je overzichtelijke groep. Neem een voorbeeld aan Mark, die doet dat ook regelmatig en eh…nou ja, hij staat zo nu en dan voor de klas.’

Inmiddels is de man terug en schuift een stoel bij: ‘Laat ik mij even voorstellen, mijn naam is Dolf Hisselmann. Ik vloog jaren lang als gezagvoerder bij de KLM, mijn interesse werd gewekt toen u de naam van mijn voormalige werkgever noemde, ik ben inmiddels al weer bijna acht jaar met pensioen. Bezocht alle uithoeken van de wereld. De laatste tijd vlieg ik niet meer zo veel, ook niet als passagier. Ik gun mijzelf één vliegreis per twee jaar. Pak de laatste tijd wat vaker de auto of trein om er op uit te gaan. Veranderende tijden, het klimaat, u weet wel. Tijdens mijn KLM carrière ontwikkelde ik mijn eigen stokpaardje: Brandstofbesparing. Ik ben nu wel wat milder, maar destijds ging dat in het extreme, ik hield staatjes bij van wat ik voor de KLM bespaarde. Ik botvierde dat ook op mijn collega’s. Dat leverde mij uiteindelijk mijn bijnaam op: Golf Dieselman.’
Kajsa’s blik richting Stef, een lichte frons, rond haar adellijke mondhoeken speelt een frêle glimlach. Stef kan er wel schuchter om lachen. Diep verstopt in zijn genen heeft hij wel gevoel voor humor, zo wereldvreemd is hij nou ook weer niet.

De man steekt van wal:
‘Laat ik die ‘innovatie’ die u zojuist noemde toelichten aan de hand van een voorbeeld, of nee, laat ik beginnen met een omgekeerd Cruijffiaans aforisme: 'Ieder voordeel heb z’n nadeel.'
In de jaren dat ik voor de KLM werkte heb ik de luchtvaart zien veranderen. Dat gold niet alleen voor de technische vooruitgang maar bijgevolg ook voor de duur van de reizen, die werd steeds korter. Neem een vlucht van Amsterdam naar Hongkong. In de jaren 80 van de vorige eeuw kende deze reis twee tussenlandingen. Eén in Koeweit en één in Karachi, Pakistan. Ons eigen KLM hotel daar heette ‘Midway House’. De vliegtuigen hadden in die tijd simpelweg het bereik niet om de reis non-stop te volbrengen. Cockpit- en cabine-bemanningen waren meer dan twee weken van huis. Ik kan mooie verhalen vertellen over deze ‘slipstations’ maar dat ga ik nu niet doen. In de decennia daarna werden er in de vliegtuigbouw enorme stappen gemaakt in het zuiniger maken van vliegtuigmotoren. Dàt was de werkelijke innovatie. Het brandstofverbruik nam af waarmee de actieradius toenam. Met het vergroten van de actieradius ontdekten we (de luchtvaartmaatschappijen in hun onderlinge strijd om de gunst van de passagier) de voordelen van het non-stop vliegen met de bijbehorende tijdwinst.
Echter, dat betekende niet persé dat er voortaan ook minder brandstof zou worden verstookt.’

‘Wacht even’, pareert Kajsa,’…nu ben je me even kwijt, eerst zegt u dat het brandstofverbruik lager werd maar daarna- bijna in één zin- dat je niet minder brandstof ging verstoken?’
‘Precies’. De man kijkt haar geamuseerd aan, zij doet hem denken aan Richard Branson, de vrouwelijke versie, elegant, charmant, strijdbaar.
Hij vervolgt: ‘Laat ik allereerst beginnen met uit te leggen hoe luchtvaart afwijkt van andere vormen van vervoer. Van Albert Plesman, oprichter van de KLM, is de uitspraak: Je moet van goede huize komen om van de lucht te leven. Heeft u wel eens een vogel in de hand gehad?’
De freule knikt, weer die frivole glimlach, ‘Eh…ja.’
‘Welnu, dan weet u dat een vogel bijna niks weegt. Zo verschillend als vogels onderling zijn, in basis delen ze allemaal dezelfde anatomie. Anders dan bij landdieren hebben de meeste vogels hun vorm en afmeting beperkt ten behoeve van het vliegen. Daar heeft de evolutie voor gezorgd. In het lichaam wordt een gering gewicht gecombineerd met kracht. Botten van vogels zijn overwegend hol en het fijn vertakte respiratoire systeem is vele malen efficiënter dan de longen van zoogdieren.

Zo ook in de luchtvaart is gewicht cruciaal. Je gaat dit gewicht namelijk, in tegenstelling tot vervoer over land of over zee, onttrekken aan de zwaartekracht. Dit is het wonder van het vliegen, het overwinnen van die zwaartekracht. Een niet te onderschatten kracht die de hele reis (en niet alleen tijdens klim en daling, zoals sommigen wel eens denken) aan het vliegtuiggewicht trekt. De draagkracht van de vleugels die je daar tegenover zet dankt haar ontstaan aan de snelheid door de lucht. Echter dat gaat altijd gepaard met weerstand, welke op haar beurt weer wordt overwonnen door de stuwkracht van de motoren. (Overigens, straalmotoren hebben vooralsnog van alle motoren de hoogste kracht/gewicht verhouding). Hoe hoger het vliegtuiggewicht, des te hoger het brandstofverbruik en daarmee de hoeveelheid verstookte brandstof, waarmee je het milieu belast.
Maar, vraagt u zich natuurlijk af, hoe ziet de samenstelling van dat vliegtuiggewicht er dan uit?
Een getallen-voorbeeldje: Voor een vlucht van Amsterdam naar Hongkong weegt een Boeing 747 ongeveer 400 ton en zit daarmee op het maximum startgewicht. Dit gewicht valt uitéén in het leeggewicht van het vliegtuig 190 ton, betalende lading 60 ton (voor 450 passagiers, bagage en een beetje vracht) en het gewicht van de brandstof 150 ton, waarvan je er onder normale omstandigheden ongeveer 140 verstookt. Na de landing resteert in de tanks nog 10 ton, het landingsgewicht is dus 260 ton. Het gaat hier niet om de exacte getallen, let vooral even op de verhoudingen.

En dan nu de eye-opener. 'Je gaat het pas zien als je het door hebt' (ook Cruijff) : Voor iedere liter brandstof die je overhoudt bij de landing in Hongkong heb je er in Amsterdam twee moeten tanken. En dat is nu precies het nadeel wat het voordeel van zuiniger vliegtuigmotoren grotendeels teniet doet. Je moet namelijk naast passagiers ook die enorme sloot brandstof meezeulen en die wordt alleen maar groter naarmate de vlucht langer wordt. De al maar langere non-stop vluchten zijn zonder meer grensverleggend in tijdwinst, maar tegelijkertijd brandstof inefficiënt en daarmee milieu belastend.

Nog één voorbeeld ter illustratie: We vlogen ook vrachtmachines van Amsterdam naar Hongkong. Een kist met alleen vracht, geen passagiers. Met veel minder brandstof aan boord, want altijd met een tussenlanding halverwege, ergens in een uithoek van Kazachstan. (Vracht is nu eenmaal geduldiger dan passagiers.) Tijdens die tussenstop in Kazachstan bleven de vrachtluiken dicht, er werd alleen getankt en gewisseld van cockpitbemanning. Landingsgelden en hotelkosten voor crew wogen niet op tegen de besparing van brandstof-kosten.
Overigens, luchtvaartmaatschappijen besparen kosten -geld-, niet zozeer brandstof, je moet wel als je overeind wil blijven in het veld van moordende concurrentie. 'Als je niet ken winnen moet je zorgen dat je niet verliest' (nog één keer Cruijff). Algemeen gesteld worden technische innovaties aangewend om geld te verdienen. Als het klimaat daar een graantje van meepikt is dat meegenomen, maar dat is dus lang niet altijd het geval. Hoewel het misschien anders doet vermoeden is mijn betoog geen vingerwijzing richting de luchtvaartmaatschappijen. Eerder naar de consument. Die non-stop vlucht van Amsterdam naar Sydney gaat er komen. U vraagt en wij draaien. U heeft namelijk een hekel aan tussenlandingen, u heeft haast, u wilt snel ter plaatse zijn. Ik trouwens ook, ik ben ook maar een consument.

Kajsa kan haar lichte teleurstelling niet helemaal verbergen maar relativeert snel: ‘Nou ja, eerlijk gezegd is één keer per jaar ook wel genoeg. Verfrissend, eindelijk weer eens een verhaal met voeten, maar wat een getallen, zeg. Ik vind dit echt iets voor onze whizzkid Eric, wat vind jij, Stef? Die heeft verstand van economische zaken èn klimaat.’
Stef doet er het zwijgen toe. Zijn vermoeide blik dwaalt al weer in de verten van Het Plein. Zijn gedachten cirkelen rond Eric’s voorganger, ‘groene Henk’. Samen met de spindoctors cultiveerden ze het predicaat ‘Het groenste kabinet ooit’. Dat waren nog eens tijden. De tijden dat je in het buitenland nog schaamteloos kon zeggen: ‘Our administration has accomplished more than almost any administration in the history of our country, we’re doing a marvelous job’. 




Send e-mail



* Input required
Website by Tomston